Hoekenwerk in het 1ste leerjaar
We mochten voor module overgangen 3de kleuter - 1ste leerjaar samenwerken met een student lager onderwijs. Het was de bedoeling dat we door een gezamenlijk project leerden van elkaar. Met andere woorden hoe het allemaal in zijn werk gaat aan de 'andere' kant van de langere school. Persoonlijk vond ik de 'stage' aan de korte kant om een goed beeld te krijgen van hoe het allemaal in zijn werk gaat in het 1ste leerjaar. Misschien was het beter als we zelf lessen mochten geven in het 1ste leerjaar om voeling te krijgen met de leerlingen.We kregen dus de opdracht om samen te werken rond het thema 'De week van het bos'. Hierbij moesten we hoekenwerk uitwerken waarbij de 3de kleuters mochten samenwerken met de leerlingen van het 1ste leerjaar. Zo hadden we 5 hoeken waarbij elk groepje bestond uit 2 kleuters en 2 leerlingen.
Verdere uitleg per hoek:
De herfsttaart:De kinderen moeten a.d.h.v. een soort ganzenbord een taart versieren tot een echte herfsttaart. Dit kunnen ze doen door herfstmateriaal te verzamelen door stappen. (zie legende)
Voor differentiatie hadden we gezorgd voor recepten waarbij de kinderen een specifiek aantal herfstmateriaal van elk moesten verzamelen.
De legende:
1. getalbeeld 3 + eikel: het kind moet 3 eikels nemen en op de taart leggen.
2. getalbeeld 2 doorstreept + eikel: het kind moet 2 eikels van de taart nemen en opnieuw in het juiste potje stoppen.
3. kind doorstreept: het kind moet een beurt overslaan.
4. getalbeeld 1 + kiezend mannetje: Het kind mag zelf 1 herfstvrucht kiezen en op de taart leggen.
De boomposter:
De kinderen mogen een poster maken om het bosfeest aan te kondigen. Daarbij krijgen ze allerlei materialen aangeboden. Zo krijgen ze voorbeeldkaarten met woorden die ze na kunnen stempelen of schrijven, stempels, sjabloonletters, potloden, ... Indien ze niet meer weten wat ze moeten doen, dan kunnen ze terugkijken naar het stappenplan.
Het tafelkleed:
De kinderen krijgen een blanco tafelkleed met lijnen op. Daarbij krijgen ze ook voorbeeldpatronen in verschillende gradaties (groen-oranje-rood). Indien ze zelf een patroon willen ontwerpen mogen ze dit ook doen. De kinderen mogen de aangeboden sjablonen gebruiken. Nadien mogen ze de getekende figuren inkleuren.
Mijn eetbord:
De kinderen krijgen elk een bord. Daarop mogen ze iets tekenen. Als ze klaar zijn mogen ze met de rammelaar schudden en schuiven de bordjes door. Zo werkt elke kleuter aan hetzelfde bordje.
Het herfstkleed:
De kinderen krijgen een groot stuk stof. Daarmee moeten ze een herfstkleed maken voor diegene die het kleed versierd. De kinderen moeten nadenken hoe ze dit kunnen aanpakken. Daarbij maken ze elk een plan van een ontwerp. Wat is goed en waar is er verbetering nodig? Als ze tot een gezamenlijk ontwerp zijn gekomen mogen ze aan de slag met het materiaal. Verschillende herfstproducten, hechtingswijzen, ... die de kinderen kunnen proberen en vergelijken.Zo dit waren de verschillende hoeken waar de kinderen hun taak konden volbrengen. De kinderen konden 15 min per hoek aan de slag wat voldoende was voor hen. Op het einde hadden we afgewerkte stukken waar elk kind zijn eigen inbreng had gebracht.
