vrijdag 8 augustus 2014

Spel anderstalige kinderen

Spel Hans en Grietje

Vandaag heb ik oude vondsten gedaan, ik heb ooit een spel gemaakt voor anderstalige kinderen. Zo hebben we het spel in het thema Hans en Grietje gegoten. Dit spel hebben we met 2 uitgeprobeerd in een school te Kortrijk. Eerst hebben we het sprookje vertelt en als er een belangrijk woord aan bod kwam, tekende ik deze zodat de leerlingen het visueel konden volgen en konden ze een link leggen met het woord en de tekening aan bord. Na het verhaal zorgden we voor een opfrissing, zo mochten de leerlingen de belangrijke woorden die ik tijdens het verhaal getekend had ook tekenen na het zelf herhalen van het woord. Dit zorgde ervoor dat ze de woorden ook correct leerden uitspreken. Dit vonden ze natuurlijk zeer leuk. Maar het leukste moest nog komen, namelijk het spel met snoepjes!


Zoals je kan zien bestaat het spel uit een parcour met letters die op 3 verschillende hokjes staan, namelijk geel, blauw en rood, deze kleuren vind je terug op de A3-bladen rechts van het spel. Deze staan voor 3 verschillende opdrachten die in het teken staan om woordenschat te oefenen op een leuke manier natuurlijk.
In het midden van het bord staat een huis met velcro, hebben de de leerlingen een opdracht goed volbracht krijgen ze een snoep en deze mogen ze op het huisje plakken. Is deze helemaal bekleed met snoep, dan verdienen ze uiteraard ook echt snoep! Wat de leerlingen ook zeer tof vonden waren de pionnen die ook met snoep gemaakt waren, ze waren natuurlijk wel bewerkt zodat deze niet in de monden konden verdwijnen tijdens het spelen :-)

De pionnen van het Hans en Grietje spel

De uitleg bij de 3 verschillende opdrachten:

 Ik sta op een geel vakje met de letter R:
(op het gele blad liggen er allerlei woorden die in het verhaal voorkwamen of die je kan linken aan het thema)

Opdracht:
Zoek een woord waarbij de eerste letter een R is. (Deze moeten ze uitspreken)
bv. het woord Rat

Variatie:
Zoek een woord waarin een R zit. (Deze moeten ze uitspreken)



 Ik sta op een blauw vakje met de letter R:
(Op het blauwe blad liggen er allerlei prenten die in het verhaal voorkwamen of die je kan linken aan het thema, dit zijn dezelfde dingen als de woorden op het gele blad)

Opdracht:
Zoek een prent waarbij het begint met de letter R. (Deze moeten ze uitspreken)

Variatie:
Zoek een woord waarin een R zit. (Deze moeten ze uitspreken)



Ik sta op een rood vakje met de letter R:
(het rode blad is leeg, de leerlingen moeten de opdracht van het blauwe en het gele blad combineren)

Opdracht:
Zoek een woord waarbij het begint met de letter R en zoek de bijhorende prent. (kan ook omgekeerd gevraagd worden, laat hen eerst kiezen en als je ziet dat het vlot verloopt kan je het zelf bepalen zodat ze niet steeds voor de eenvoudigste weg kiezen)
Variatie: Zoek een woord waarin een R zit en de bijhorende prent. (of omgekeerd)

Tip: Als men het al goed kent kan je het lidwoord erbij geven

Opmerking: Je kan het spel variƫren op het moment zelf, zo kan je het moeilijker maken door de leerlingen de opdracht te geven om het woord te gebruiken in een zin waarbij ze ook moeten letten op de context waarbij men het woord gebruikt, zo wordt duidelijk of ze de betekenis goed kennen.


Veel speelplezier!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten